Wat is
Sjamanisme?
De oorsprong van het sjamanisme loopt parallel met de geschiedenis van de mensheid. In de oertijd leefde de mens in een ecologische verbinding met de natuur en was hij voor zijn overleving ook afhankelijk van de manier waarop hij voor de natuur open kon staan; zich oriënteren vanuit 4 windrichtingen, luisteren naar elk geluid, waar de wind vandaan komt, weten en voelen waar gevaar dreigt en welke plekken veilig of onveilig zijn, ruiken waar water is, weten wanneer het gaat regenen, wanneer het volle maan is, hoe de sterren staan.
​
​
De aandacht van de mens was voornamelijk gericht op zijn relatie met de omgeving, met planten en dieren, en met zijn eigen levensenergie. Weten welke planten je sterk maken of waar je ziek van wordt of dood aan kan gaan.
Het karakteristieke kenmerk van het sjamanisme is dat altijd uitgegaan wordt van het geheel, de gehele mens, de mens in relatie tot zijn omgeving, familie, de stam, de natuur en de kosmos. De basis is de totale balans.
Als iemand ziek was of als de oogsten mislukten of de jacht geen succes was, dan werd de oorzaak gezocht in een verstoring van het totale evenwicht en dan werd door de sjamaan geprobeerd om dit evenwicht te herstellen.
Het sjamanisme is volstrekt universeel. Duizenden en duizenden jaren kwam het over de hele wereld voor. Er ontstond een vorm van sjamanisme waarbij werdt gewerkt met de spirits van de natuur, hemellichamen en de voorouders het verwerven van hun wijsheid, ervaring en bescherming.
Hoewel het sjamanisme als geneeskunde wereldwijd voorkwam, is het wegens politieke maar vooral vanuit religieuze overwegingen, overal getracht uit te roeien; denk aan heksenverbranding en boekverbranding. Daar waar het christendom minder dwangmatig werd bedreven daar bleef het sjamanisme bestaan. Inmiddels weten we dat christendom en sjamanisme elkaar beslist niet in de weg zitten.
De oeroude sjamanistische kennis wordt weer opnieuw aan de westerse maatschappijen overgedragen.
​
Claasje Kos, pampamasayok-Inca sjamaan